Skip to content

Onderzoek: Weerbare champignonteelt

juli 20, 2020

Aan de basis van een succesvolle champignonteelt staat goede dekaarde. Hoe kan die bijdragen aan een weerbare en duurzame teelt? Met de resultaten van een vierjarig onderzoek van Wageningen University and Research (WUR) kan de sector een aantal puzzelstukjesop de juiste plek leggen. Die puzzel is echter nog niet compleet.

Het onderzoek “Ziektewerende champignonteelt” is een sterk staaltje samenwerking in deze sector. Naast BVB Substrates participeren concullega’s CNC, Sterckx en Legro, compostleverancier Walkro, broedfabrikanten Amycel en Lambert Spawn en onderzoeksinstituut NIOO. Samen met het ministerie van Economische Zaken financieren zij het project via een publiek-private samenwerking (PPS).
‘Door onderzoek en innovaties samen op te pakken, komen we sneller vooruit. Brede kennisontwikkeling draagt bij aan een duurzamer champignonketen. Zo blijft onze sector internationaal vooroplopen’, lichtte Guido Linders, directeur van Business Unit Professional Growing van Kekkilä-BVB het belang van het onderzoek toe bij de start in 2016.

Meerdere factoren hebben invloed op ziektedruk

Nu, vier jaar later is zeker nieuwe kennis ontwikkeld, concludeert Jan van der Wolf, bacterioloog en projectleider bij WUR. Samen met Jos Amsing van Research & Development bij Kekkilä-BVB vertelt hij op de Wageningen-campus over het project. Jos Amsing licht eerst het belangrijkste onderzoeksdoel toe: ‘Champignontelers willen produceren zonder ziektedruk. Vooral de bacterievlekkenziekte ginger blotch kan productieverlies betekenen. De bacterie Pseudomonas gingeri veroorzaakt deze ziekte, die soms ineens opduikt. Het is onbekend hoe dat komt. Daar willen we graag een antwoord op vinden.’

Jan van der Wolf, bacterioloog en projectleider bij WUR

Jan van der Wolf, bacterioloog en projectleider bij WUR.

Dat antwoord is deels gevonden, vult Van der Wolf aan. ‘Wij weten nu dat verschillende factoren invloed hebben op de ziektedruk. De herkomst van het veen in de dekaarde blijkt weinig bepalend te zijn. Wel kan de ziektedruk lager zijn bij bepaalde champignonrassen of bij sommige teeltomstandigheden. Ook de samenstelling van de dekaarde speelt een rol. Dat verschillende factoren invloed hebben, betekent wel dat er niet één simpele oplossing is om dit te voorkomen.’

Geen verschil ziektedruk bij verschillende veensoorten

Hoe kwamen de wetenschappers tot die resultaten? WUR startte het onderzoek door eerst veen van drie locaties te testen, zowel uit de luchtiger bovenlaag als de compactere onderlaag. Uiteraard aangeleverd door de dekaarde-specialisten. Onderzoekster Tanvi Taparia, die in 2020 op dit onderzoek gaat promoveren, voerde samen met proefbedrijf Unifarm alle experimenten uit.

Van der Wolf: ‘We hebben de monsters onderzocht op micro-organismen. Van nature blijkt er in alle herkomsten van het veen een zeer lage dichtheid van de ziekteverwekkende bacteriën te zitten die in de regel geen schade geven. Als wij kunstmatig de ziekteverwekker  toevoegen, zien we ook geen verschil in de weerbaarheid tussen veen van verschillende herkomsten. De ziekte ontstaat pas als de concentratie bacteriën boven een drempelwaarde uitkomt. Voor Pseudomonas gingeri ligt die drempel lager dan voor Pseudomonas tolaasii, die “brown blotch” veroorzaakt.’

Luchtvochtigheid en rassen hebben effect

Stap twee was een teeltkundige test. De teeltbakken met champignons werden besmet met de ziekteverwekker. Een deel daarvan werd afgesloten met plastic. Dat had effect, meldt Van der Wolf: ‘Een hogere luchtvochtigheid leidt direct tot meer bacterievlekken.’ Jos Amsing vult aan: ‘Dat komt overeen met wat champignontelers in de praktijk zien.’ Ook testten de onderzoekers vier witte champignonrassen en twee kastanjechampignonrassen. Bij het ene ras was de mate van ziekte hoger dan bij het andere, licht Van der Wolf toe. ‘Vooral tussen de witte champignonrassen was er verschil. Telers kunnen daarop hun rassenkeuze baseren.’

Zoektocht naar gunstige micro-organismen

Deze proef leverde ook een onverwacht inzicht op. Tijdens de eerste vlucht (oogst) was de aantasting met ginger blotch groot. De onderzoekers zagen in de tweede en derde vlucht echter weinig aangetaste champignons, terwijl de concentratie van de ziekteverwekker in de opeenvolgende vluchten verder toenam. ‘Blijkbaar zijn er andere microorganismen die voor tegenkracht zorgen. Natuurlijk willen wij graag weten welke dat zijn. Tanvi Taparia is nu bezig met een zogenaamd microbioom-onderzoek. Dat brengt alle micro-organismen in kaart. Dit jaar gaat ze verder met de data-analyse’, licht Van der Wolf toe. Jos Amsing van Kekkilä-BVB vult aan: ‘Dat was voor ons een bijzondere uitkomst. Gunstige bacteriën kunnen dekaarde in de toekomst weerbaarder maken, maar dat vraagt wel om meer onderzoek.’

Hoe productief zijn duurzamere alternatieven?

Naast het weerbaarder maken van dekaarde streeft de sector ook naar het duurzamer gebruik van grondstoffen. De winning van zwartveen staat namelijk onder druk. Een alternatief is zeer welkom, liefst met alle goede eigenschappen van veen. Onderdeel van het onderzoek was daarom een test van drie alternatieven die gemengd zijn met zwartveen: een mengsel met BVB Accretio, een mengsel met NewFoss-grassubstraat en gerecyclede dekaarde. Deze alternatieven werden zowel bij 70°C gestoomd als niet gestoomd. Deze varianten vergeleken de onderzoekers met de standaard dekaarde. Van der Wolf: ‘We hebben twee zaken getest, namelijk productiviteit en ziektedruk. De experimenten werden in kleine kistjes uitgevoerd. We vonden dan ook relatief kleine verschillen in de productiviteit tussen de gekozen substraten. Stomen leek geen invloed op de productie te hebben.’

Stoombehandeling vooraf zorgt voor weerbaarheid

Voor Van der Wolf was vooral de ranking in ziektedruk verrassend. ‘Wanneer Pseudomonas ginger kunstmatig aan de dekaarde werd toegevoegd, bleek de gestoomde, recyclede dekaarde het meest weerbaar. Dat had ik niet verwacht. Stomen van de dekaarde bleek vaak te resulteren in een hogere weerbaarheid. Mogelijk zijn er bepaalde gunstige, thermofiele micro-organismen die stomen overleven. BVB Accretio, de standaard dekaarde en het grassubstraat ontliepen elkaar niet veel.’ Hoe de dekaarde-leveranciers deze uitkomsten in de praktijk gaan toepassen, is natuurlijk de volgende vraag. R&D-man Jos Amsing: ‘Het is voor ons goed nieuws dat de productie en weerbaarheid van een dekaarde met BVB Accretio positief is. Dat kan een stap zijn in de richting van duurzamer champignonteelt. We zoeken naar antwoorden op nieuwe vragen, zoals de gunstige micro-organismen en gerecyclede dekaarde. Ook in vervolgonderzoeken hopen wij weer samen op te trekken met collega-bedrijven en WUR. Gezamenlijk kunnen wij nieuwe puzzelstukjes vinden en zo onze champignonketen duurzamer maken.’

Lees meer over onze champignon dekaarde.

Search